Mestmanagement

Mestmanagement voor de veehouderij: Opslag en bewerken

Wat te doen met al die mest? In Nederland hebben we zo veel dieren dat we een overschot hebben van allerlei nutriënten. Het uitspoelen van nitraat en fosfaat en de emissies van ammoniak en broeikasgassen methaan, lachgas en CO2 zijn desastreus voor het klimaat en de biodiversiteit in Nederland. Niet voor niets hangen er aan mestmanagement veel regels en administratief werk en zijn luchtwassers op veehouderijen verplicht. Luchtwassers worden gebruikt om de uitstoot van ammoniak, geur en fijnstof te beperken. Maar mest is daarentegen ook ontzettend belangrijk om het land vruchtbaar te houden en kringlooplandbouw uit te voeren. Mest is geen afval maar een waardevol product. De beste manier om mest in te zetten is afhankelijk van het type bedrijf en of je wilt sparen, verrijken of benutten. Er zijn meerdere duurzame manieren om met mest om te gaan binnen de bedrijfsvoering, waaronder mest in de wei, mest in de stal, mest composteren en mest technologisch verwerken. De uitwerking van deze toepassingen worden hieronder beschreven. Hoe intensiever vee wordt gehouden, hoe minder makkelijk de meststroom kwijt kan. In zo’n geval is het slim om mest om te zetten naar een ander waardevol product. Hierdoor kunnen verliezen worden beperkt. Bij een extensief bedrijf past het beter de mest in eigen bedrijfsvoering te houden als waardevol product.

Mest in de wei

De meest natuurlijke manier om mest toe te passen is om de koeien zoveel mogelijk buiten te laten grazen en daar te laten mesten. De voordelen voor de boer is dat het land wordt bemest zonder extra arbeid. Daarnaast zorgt de mestflat in de wei voor allerlei gunstige biodiversiteit. Onder mestflatten wordt het aantal regenwormen verviervoudigd en op de vlaaien komen vliegen en kevers, wat op hun beurt een mooie voedselbron is voor weidvogels. In een wei mengt de mest bovendien niet met de urine waardoor er minder ammoniak wordt gevormd. De kwaliteit van de mest heeft ook invloed op de biodiversiteitsbevordering in de wei. Een stevige mest, verkregen door een structuurrijk dieet werkt het beste.

Mest in de stal

Bij natuurinclusieve landbouw hoort goede bodemzorg, met  focus op bodemkwaliteit, organische stof-gehaltes en het stimuleren van bodemleven. Hiervoor is vaste of ruige mest het meest waardevol, die je verkrijgt binnen een zogeheten potstal. In deze stal lopen de dieren rond op een laag strooisel. Hierdoor wordt mest en urine niet direct met elkaar gemengd en vervliegt minder ammoniak. Echter, door het rondlopen en vertrappen van de strooisellaag kan door anaerobe omstandigheden (zuurstofloze scheikundige reacties) wel de methaanuitstoot worden verhoogd.

Mest wordt het vaakst verzameld als drijfmest. Deze natte vorm van mest is van lagere kwaliteit en door het mengen van urine en mest ontstaat ammoniak (NH4) en lachgas (broeikasgas) (N2O). Wel is de benodigde arbeid laag en kan egaler worden bemest. Ook bestaan er mogelijkheden om emissies van drijfstalmest te verminderen, of wel door mest en urine gelijk te scheiden of door achteraf fracties van elkaar te splitsen bij opslag.

Composteren & Bokashi

Tijdens composteren verander je mest en plantenresten in humus. Door aerobe-afbraak van de reststromen krijg je een meststof die ook veel goeds doet met het bodemleven. Om deze afbraak gunstig te laten verlopen en een waardevol compost te krijgen, is veel management nodig. Basisinformatie over composteren binnen de veehouderij kun je vinden in dit artikel van veeteeltnieuws.

Bokashi mest komt uit Japan en is in Nederland redelijk nieuw. Bokashi lijkt op inkuilen; door anaerobe omstandigheden en het toevoegen van micro-organismen wordt de mest als het ware gefermenteerd. Ze voegen kalk toe zodat de bokashi niet te zuur wordt door verdere reactie. Het voordeel boven composteren is dat er geen CO2 vrijkomt en de koolstof en andere nutriënten beter geconserveerd blijven. De meststof is net als bij composteren van hoge kwaliteit

Verdere informatie